Reservoir grenzen

Bij het modelleren van een watersysteem in Sirio bepaal je zelf hoe je het systeem opdeelt in afzonderlijke reservoirs (“bakjes”). De juiste keuze hangt af van het doel van je analyse en de complexiteit van het project.

Richtlijnen

De algemene regels voor het opdelen van een ontwerp in reservoirs zijn de volgende:
    Hoe minder reservoirs, hoe beter. Minder reservoirs betekent dat je minder parameters moet definiëren in Sirio, de complexiteit van het model laag blijft en de rekentijd beperkter is.
    Als het waterpeil van twee elementen onafhankelijk van elkaar kan veranderen, neem je ze best op als aparte reservoirs in Sirio. Bijvoorbeeld: stijgt het waterpeil in één buffer terwijl het in een andere buffer gelijk blijft, dan is dat een duidelijk signaal om beide buffers afzonderlijk te modelleren. Elke buffer wordt dan een apart reservoir. Heb je daarentegen twee regenwaterputten die via een verbinding als communicerende vaten werken, dan kun je ze gerust als één reservoir samenvoegen in het model.
    Maak bakjes niet te klein. Grote afwaterende oppervlaktes (bv. 10.000 m² verharding) aansluiten op zeer kleine bakjes kan leiden tot onnauwkeurige simulatieresultaten.
Hoewel Sirio met een tijdstap van slechts enkele seconden kan rekenen (zie ook  Geavanceerde simulatieopties ), kunnen de piekafvoeren bij hevige buien leiden tot modelonnauwkeurigheden. Bijvoorbeeld, tijdens een piekbui kan er van 10.000 m² verharding tot meer dan 20.000 liter per minuut regenwater afstromen. Als dergelijke stroom in een bakje van slechts 1.000 liter buffercapaciteit terechtkomt, is dit bakje volledig vol na enkele seconden. Dit kan leiden tot onnauwkeurige resultaten.


Maak bakjes nooit "te klein". We raden aan om de verhouding tussen de aangesloten oppervlakte [m²] en opvangcapaciteit [m³] niet groter te maken dan 250. Als de aangesloten verharde oppervlakte gedeeld door de opvangcapaciteit kleiner blijft dan 250, dan rekent Sirio zeer snel en altijd stabiel. Grotere verhoudingen kunnen ook, maar interpreteer de resultaten dan voldoende grondig.


Enkele voorbeelden

Wanneer kun je elementen samen nemen in één reservoir?
De algemene regel is: als de waterpeilen in verschillende onderdelen van je ontwerp synchroon evolueren, kun je ze gerust samenvoegen tot één reservoir. Dit is bijvoorbeeld het geval bij:
  • Buffers die verbonden zijn zoals communicerende vaten.
  • Leidingsstelsels, een aaneenschakeling van grachten, ... zonder tussenschotten . Zo'n stelsels kunnen beschouwd worden als één reservoir.
  • Controleputten, mangaten, ... tussen leidingen hebben meestal zo'n beperkt volume, dat we ze gewoonlijk niet als apart reservoir beschouwen. Ofwel negeren we deze, ofwel voegen we hun volume toe aan de buffercapaciteit van het reservoir.
Wanneer moet je elementen splitsen in aparte reservoirs?
Als we waterpeilen van verschillende onderdelen significant anders evolueren, is het aangewezen om meerdere bakjes te definiëren. Dit is bijvoorbeeld bij:
  • Een regenwaterput die overstort naar een infiltratievoorziening. De regenwaterput zal langere tijd (zelfs dagen tot weken) water vasthouden, terwijl de infiltratievoorziening wellicht langzaam leegloopt in enkele uren. Het waterpeil verandert dus sterk verschillend. Het is aangewezen om elk als een apart reservoir op te nemen in Sirio.
  • Een aaneenschakeling van verschillende infiltratievoorzieningen. De ene voorziening kan bijvoorbeeld sneller leeglopen doordat deze een grotere infiltratieoppervlakte heeft dan de andere. De peilen evolueren niet synchroon, en dus kunnen de voorzieningen best opgesplitst worden.
  • ...
Zorg dat een Sirio model altijd duidelijk en transparant is opgebouwd, zodat je achteraf nog weet wat de verschillende reservoirs voorstellen. Geef reservoirs een duidelijke naam, voeg eventueel per reservoir een beschrijving toe en maak een duidelijk schema.


Conclusie

Streef naar een balans tussen eenvoud en detail. Neem elementen samen als ze vergelijkbaar zijn en splits ze op waar het relevant is voor je ontwerp, analyse of rapportering. Sirio biedt de flexibiliteit om je model aan te passen aan de noden van elk project.