Sirio analyseert ook de overstortwerking: hoe vaak stort er een debiet over, gedurende hoe lang en met welke volumes gaat dit gepaard? Een overstort treedt op wanneer de buffercapaciteit van een reservoir overschreden wordt, en het water bijgevolg niet meer vastgehouden kan worden in het reservoir. Het reservoir is dan met andere woorden te klein. Het teveel aan water stort vervolgens over.
Vergunningsverleners zijn vaak geïnteresseerd in hoe vaak een overstort plaatsvindt. Bovendien levert dit interessante inzichten op rond overstromingskansen en -volumes op de projectsite (zie hieronder voor verdere uitleg).
Sirio rapporteert:
Hoe vaak een overstort/overstroming plaatsvindt over de gesimuleerde periode van 100 jaar. Je kan dit direct terugvinden in de tabel onder "Meer details".
Welke overstortvolumes en -debieten er met terugkeerperiodes tot 100 jaar gepaard gaan.
Wanneer de gebeurtenis zich voordeed en gedurende hoeveel uur de overstort actief was. Merk op dat de gerapporteerde data "fictief" zijn. Een overstort die bijvoorbeeld gerapporteerd wordt op 29 juli 1978 heeft zich niet noodzakelijk voorgedaan op die exacte datum in de praktijk. De datum wordt louter toegevoegd om de rapportering te vereenvoudigen.
Overstortwerking in Sirio.
In tegenstelling tot de analyse Piekafvoer wordt de overstortwerking niet over een vaste duur gerapporteerd. De Overstortwerking (en overstromingen) rapporteert het volume dat overstort gedurende de ganse periode dat de overstort plaatsvindt. Beide analyses zijn bijgevolg aanvullend en leveren andere inzichten op.
De overstortvolumes die gerapporteerd worden onder "Totaal" omvatten enkel alle stromen die het model verlaten, en dus naar "extern" afwateren. Dit is bijgevolg nuttig om de impact van het ganse ontwerp op het afwaarts systeem te evalueren, of om de totale lokale overstromingsrisico's te evalueren.
Hoe de overstortwerking interpreteren in het kader van overstromingen?
De overstortwerking kan ook geïnterpreteerd worden om (lokale) overstromingsrisico's in te schatten. Het overstortvolume is immers het (cumulatief) volume dat niet in reservoir vastgehouden kan worden. Als het overstortvolume niet gecontroleerd wordt afgevoerd naar afwaarts (bijvoorbeeld een gracht, riolering, waterloop, ...) zal dit terechtkomen op het terrein in de vorm van een overstroming.
Bijgevolg kan je hieruit afleiden hoe vaak een overstroming te verwachten is (namelijk het aantal overstorten over de gesimuleerde periode), en welke volumes er op het terrein zullen staan. Het is bijgevolg belangrijk om ervoor te zorgen dat dergelijke overstromingsvolumes geen schade veroorzaken.
Deze functie is nuttig om te evalueren of er nog water wordt afgevoerd bij extreme buien, of om de status "nullozer" te verkrijgen. Sommige verordeningen, zoals de Provinciale verordening hemelwater van de Provincie Vlaams-Brabant, leggen op dat er geen regenwateraansluiting meer mag zijn. Dit kan op 2 manieren verwezenlijkt worden in Sirio:
1. Het overstortvolume is 0 m³ bij een terugkeerperiode van 100 jaar: er vindt dan geen afvoer meer plaats.
2. Het overstortvolume is groter dan 0 m³, maar dit water wordt lokaal vastgehouden op het terrein door een doordachte terreininrichting.
Op die manier kan men de status "nullozer" krijgen voor een ontwerp.
Dit wordt ook verder verduidelijkt aan de hand van een concrete uitwerking bij de Voorbeeldprojecten.
De details achter de berekening
Deze paragraaf beschrijft de details achter de berekening van de overstortwerking. De berekening gebeurt aan de hand van 2 stappen.
Stap 1: Berekening van onafhankelijke overstortvolumes
In een eerste stap berekent Sirio de overstortvolumes van één reservoir of van het ganse model (afhankelijk van de getoonde analyse). Hiertoe identificeert Sirio alle ogenblikken waarop er een overstort plaatsvindt. Sirio zoekt vervolgens naar periodes waarop er minstens gedurende 12 uur geen overstort is geweest. Op basis daarvan worden onafhankelijke overstortgebeurtenissen geselecteerd. Voor elk van deze gebeurtenissen worden de volumes berekend. Dit is het totaal volume dat overstort gedurende de overstort.
Opmerking. Overstortgebeurtenissen kunnen héél lang duren als er bijvoorbeeld continu een beperkte overstort is. Er worden dan immers geen onafhankelijke gebeurtenissen gedefinieerd.
Stap 1: Berekening van onafhankelijke overstortvolumes.
Stap 2: Sorteren en koppelen van (empirische) terugkeerperiodes
Sirio sorteert de geselecteerde overstortvolumes van groot naar klein. Daarna wordt aan elk volume een empirische terugkeerperiode gekoppeld. Het grootste volume krijgt een terugkeerperiode van 100 jaar (de lengte van de gesimuleerde tijdreeks). Het tweede grootste volume krijgt 50 jaar, het derde 33 jaar, enzovoort. Deze resultaten worden weergegeven in een grafiek en tabel in de interface van Sirio.
Add a caption...
Naast de piekafvoeren is het ook interessant om de Overstortwerking (en overstromingen) te evalueren. In tegenstelling tot de piekafvoeren wordt de overstort niet berekend over een gekozen duur (bijvoorbeeld 3 uur). Om overstromingen te evalueren is de functie Overstortwerking (en overstromingen) bijvoorbeeld relevanter.