Geavanceerde simulatieopties

Onderaan kan de optie ‘Geavanceerde opties’ teruggevonden worden om oppervlakteberging en simulatie opties in te stellen. Dit omvat 3 onderdelen:
  • Oppervlakteberging: een verliesfactor die "vernatting" in rekening brengt.
  • Piekafvoeren berekenen per reservoir: de optie om piekafvoeren statistisch te analyseren per reservoir.
  • Tijdstappen: het opleggen of aanpassen van tijdstappen die gebruikt worden in het rekenhart van Sirio.


Oppervlakteberging

De oppervlakteberging is een algemene verliesfactor. Deze verliesfactor stelt vernatting voor van oppervlaktes, zoals (grind)daken, verharding, etc. In de praktijk zal immers niet elke druppel water leiden tot afstromen. De eerste regendruppels vernatten voornamelijk de oppervlakte. Deze oppervlakteberging houdt hiermee rekening.
Oppervlakteberging heeft bijna geen impact op piekdebieten, maar wel op de massabalans en waterbeschikbaarheid. Hoewel de parameter oppervlakteberging een kleine waarde heeft (bv. 0,5 tot 2 mm), is de impact op de waterbalans groot. Op jaarbasis zal een oppervlakteberging van 2 mm leiden tot ongeveer 300 mm minder afstroming op een jaarneerslag van 800 mm.
Oppervlakteberging heeft een groter effect in de zomer aangezien verdamping mee het vernatten en terug opdrogen van oppervlaktes bepaalt.

Standaard wordt oppervlakteberging in rekening gebracht tijdens simulaties. Als er een nieuw project wordt aangemaakt, wordt een oppervlakteberging van 2 mm ingesteld conform de Vlaamse goede praktijken rond modellering. De oppervlakteberging voor de neerslagafstroming kan voor de percelen en reservoirs apart ingegeven worden.
De oppervlakteberging wordt gesimuleerd op basis van een fictief reservoir en de originele neerslagreeks (vóór aggregatie over de concentratietijd). Tijdens de simulatie wordt dit fictief reservoir gevuld door deze neerslagreeks. De berging van het reservoir wordt opgegeven door de gebruiker en uitgedrukt in millimeter. Verdere toelichting over deze parameter kan teruggevonden worden in  Code van Goede Praktijk . Eens de maximale capaciteit bereikt is, stort het fictief reservoir over. Het is dit overstortend debiet dat de getransformeerde neerslagreeks is na toepassing van de oppervlakteberging. Deze getransformeerde neerslagreeks wordt vervolgens gebruikt om het hydrologisch afstroomdebiet naar reservoir (maar niet naar een perceel) te berekenen. Het volume in de oppervlakteberging wordt geledigd via evaporatie. Infiltratie wordt niet beschouwd.
Standaard wordt een oppervlakteberging van 2 mm voorgesteld. De oppervlakteberging voor hellende daken kan eventueel lager gekozen worden (0.5 tot 1 mm).
Tip: voor serres en andere afwaterende oppervlaktes die in de praktijk heel weinig verliezen door "vernatting", kan een lagere oppervlakteberging aangeraden worden (bijvoorbeeld 0,5 mm). Dit kan een grote impact hebben op analyses rond potentieel regenwatergebruik.


Piekafvoeren berekenen per reservoir

Sirio analyseert hoeveel water er uit het project wegstroomt tijdens extreme buien. Deze worden onder de resultaten gerapporteerd onder  Piekafvoer .
Standaard worden enkel de piekafvoeren van gans het model tezamen geanalyseerd in Sirio. DIt versnelt de simulaties.
Je kan als gebruiker deze berekening ook laten doen per reservoir. Selecteer hiertoe "Piekafvoeren berekenen per reservoir".
Vervolgens moet je een nieuwe simulatie uitvoeren om de piekafvoeren per reservoir te bereken.
Deze verschijnen vervolgens onder de  Piekafvoer  waarna je "Totaal" kan selecteren (=gans het model, zoals voorheen) of voor het reservoir waarin je geïnteresseerd bent.


Tijdstappen

Opgelet: Sirio schat zelf de optimale tijdstap in op basis van het regenwaterontwerp. Enkel wanneer er zeer grote afwaterende oppervlaktes zijn aangesloten op bakjes met een zeer beperkte opvangcapaciteit (bv. 1 hectare die naar een bakje van 2 m³ afwatert) is het soms aangeraden om zelf een kleinere tijdstap op te leggen.
De tijdstap van de simulatie en het tijdsinterval van opslaan van de resultaten (om de hoeveel tijd resultaten worden weggeschreven) zijn aanpasbaar. Dit kan via de knop 'Geavanceerde opties' op het tabblad 'Randvoorwaarden'.
Sirio werkt met 3 verschillende tijdstappen:
  • Algemene tijdstap: dit is de tijdstap waarop alle variabelen van Sirio berekend worden, zoals neerslagafstroming, infiltratie, hergebruik, overstort etc. Deze is aanpasbaar tussen 30 en 600 seconden. Default staat deze op 120 seconden.
In droge perioden zal Sirio automatisch de tijdstap vergroten om de rekentijd te minimaliseren. Dit heeft geen impact op de resultaten. Sirio rekent bijgevolg met een adaptief rekenschema.
  • Tijdstap simulatie doorvoer (verbindingen): dit is de tijdstap waarmee Sirio de doorvoerverbindingen simuleert. Deze kunnen met een kleinere tijdstap gesimuleerd worden om nauwkeurigere resultaten te verkrijgen. Deze tijdstap moet altijd kleiner dan of gelijk zijn aan de algemene tijdstap. Standaard wordt een tijdstap van 60 seconden gebruikt voor het simuleren van de doorvoerverbindingen. Tijdstappen van 10 tot 150 seconden zijn mogelijk.
  • Save interval: Geeft aan om de hoeveel tijd de resultaten opgeslagen worden. Standaard worden de resultaten om het uur opgeslagen. Resultaten kunnen om de 10 minuten opgeslagen worden, tot eens om de 3 uur.
De getoonde maxima onder simulatieresultaten (in de waterbalanstabel, maar ook in de tijdreeksen en de peak-over-thresholdanalyse van de overstort) werden berekend op de kleinst gesimuleerde tijdstap. Bijvoorbeeld, als de simulatieresultaten om het uur worden opgeslagen, maar het maximaal overstortdebiet bedraagt gedurende 2 minuten 10 l/s en uurgemiddeld 4 l/s, zal onder “maxima” toch 10 l/s gerapporteerd worden.
Bijgevolg zijn de resultaten (van debieten, volumes en waterpeilen) gevoelig aan de gekozen tijdstap. Hoe kleiner de tijdstap, hoe hoger de maximale waarden zullen zijn. Deze maxima zullen zich echter gedurende een kortere tijd manifesteren. Daarom is het van belang om, wanneer naar maximale overstortdebieten en waterhoogten wordt gekeken, zich bewust te zijn van de gebruikte tijdstap. Onder de tabellen in de POT-analyse van de doorvoer- en overstortdebieten wordt de tijdstap getoond waarover de resultaten geaggregeerd werden.
Simulaties van de percelen en groendaken gebeuren altijd met een tijdstap van 10 minuten. Dit kan niet aangepast worden.